Uitwerking van het concept en voorbereidingen van de realisatie

Piet van de Poll werd in 1998 betrokken bij het plan van Henk van de Brink om een voorlichtingscentrum te ontwikkelen. Hij schreef zijn memoires over onder ander de uitwerking en voorbereiding, maar ook op de bouw, inrichting en opening. Een verhaal wat de geschiedenis weer tot leven brengt en een kijkje geeft in de ontwikkeling van een uitdagend plan.

Bouw

Dankzij intensief speurwerk en diplomatiek overleg worden er voor de drie bouwkundige ‘uitdagingen’ in de loop van het jaar 2001 bevredigende oplossingen gevonden. 

Schadegarantie voor de buurt

In plaats van de damwandprofielen te heien wordt besloten ze in de grond te trillen. Uit Duitsland komt een speciale machine die dit met minimale trilling kan doen. Dat moeten de funderingen van de huizen aan de Zijpendaalseweg kunnen verdragen. De bewoners eisten een schadegarantie in ruil voor opheffing van hun bezwaar. Huis voor huis wordt gecontroleerd op aanwezige scheurtjes in muren en andere eventuele schade. Er wordt per huis een lijvig dossier aangelegd over deze nulmeting en er wordt afgesproken dat er een nieuwe opname volgt na voltooiing van de bouw, met garantie van volledig herstel van mogelijke nieuwe schade. 

Afbreken Begijnenmolen

Voor het afbreken van de Begijnenmolen is een unieke oplossing bedacht. In de monumentale buitenmuren worden van dak tot fundering verticaal doorlopende voegen gevonden. Op die plaatsen kunnen de gevels worden doorgezaagd, nadat ze aan binnen- en buitenkant met een korset van stalen i-balken zijn verstevigd. Ramen en deuren kunnen op deze manier ook gewoon blijven zitten. Met dit plan gaat Monumentenzorg uiteindelijk akkoord. 

Geveldeel na geveldeel wordt vervolgens losgezaagd en met een enorme hijskraan in een gigantisch rek geplaatst dat achter de Rentmeesterwoning is opgebouwd. 

Begin van de bouw

Begin 2002 begint de bouw. Ons gezin verhuist van de Begijnenmolen naar de etage van de Rentmeesterswoning. De Begijnenmolen wordt afgebroken, de geveldelen staan keurig in het rek. De damwandenprofielen worden in de grond getrild. De bouwput is rondom helemaal afgesloten van de rest van het park. 

Dan wordt er een extreem grote graafmachine aangevoerd die de grond binnen de damwanden tot 12 m diep weg moet graven. Een stoet vrachtwagens rijdt af en aan om de grond af te voeren. Dat klinkt eenvoudiger dan het werkelijk was, want het grondwater staat immers zo’n 15 cm onder het maaiveld. Dus de bouwput verandert al snel in een soort binnenmeer dat steeds dieper wordt. Het water wordt door alle beroering troebel en de kraanmachinist moet met infrarood-kamera’s onder water zien waar hij moet graven. Van tijd tot tijd dalen kiksvorsmannen af naar de bodem om, ook met infrarood-kamera’s, te controleren of het vlak en diep genoeg is. 

Rentmeesterswoning

In de loop van deze periode starten er een drietal werktrajecten : bouwkundige voorbereiding, inhoudelijke uitwerking, verwerving van de Rentmeesterswoning. Al snel wordt duidelijk dat er voor het functioneren van het museum kantoor- en vergaderruimtes nodig zijn die niet beschikbaar zijn in de bestaande en nieuw te bouwen volumes. Het oog valt op de naastgelegen Rentmeesterwoning. De gemeente Arnhem verhuurde dit gebouw als studentenhuisvesting, beheerd door een echtpaar dat er tevens woonde. Met hulp van de gemeente en een door de Stichting geboden verhuispremie lukt het uiteindelijk dit gebouw te verwerven. 

Waterdicht afsluiten van de bodem

Na de wanden moet de bodem van de bouwput waterdicht worden afgesloten. Een laagje beton zal er door de opwaartse druk van het grondwater als een kurk uit schieten als je het water weg gaat pompen. Tijd voor het zware werk. Er wordt een ponton in het water getakeld. Op de ponton staan machines die lange stalen ankers op elke meter van de bouwput schuin in de grond persen. De ankers moeten ruim 1 meter boven de bodem uitsteken. Een precisiewerkje : hoe vind je de juiste plek in de bodem als je eerst door 12 meter troebel water heen moet. Dus ook nu regelmatig kikvorsmannen op de bodem om de weg te wijzen. Nadat alle ankers zijn geplaatst volgt een laatste controle door de kikvorsmannen en daarna kan de ponton vertrekken. 

Betonstorten

Nu het beton storten. Er is uitgerekend dat er om de opwaartse druk van het grondwater te compenseren een laag van 2 meter extra zwaar beton nodig is over bodem van de hele bouwput. Maar die staat nog steeds vol water. Een ingewikkelde off-shore-techniek wordt toegepast. Met een speciaal betonmengsel kun je onder water betonstorten. Maar het moet wel in een keer laag voor laag binnen 24 uur worden aangebracht. En dat op een bodem waar op elke meter een schuin geplaats stalen anker uit de grond steekt. Geen simpel karweitje. 

Groot spektakel

Op dag X eind juli is een groot deel van de Zijpendaalseweg ontruimd en afgesloten voor het verkeer. Enkele zware betonpompen, een ploeg kikvorsmannen/vrouwen, tientallen draaiende betonwagens, een groep werklieden en opzichters, tv-ploegen, politie en ambulance, alles is vroeg in de ochtend van de dag present. 

De eerste kikvorsmannen dalen af met de dikke slangen van de betonpompen in hun handen. Vanaf het startsein moet er ongeveer 24 uur zonder pauze beton worden gestort. De rij wachtende betonwagens blijft constant. Als er één vertrekt komt de volgende aan. Omdat het werk gedurende de nacht door moet gaan worden alle omwonenden in de vroege avond uitgenodigd voor een grote barbecue naast de bouwplaats. Het werk is spectaculair, er zijn tot diep in de avond tientallen belangstellenden die het werk met bewondering bekijken. Krant en regio-TV produceren prachtig materiaal.

Waterzuigen

Als het beton erin ligt staat de bouw 3 weken stil om het uithardingsproces z’n werk te laten doen. Daarna een spannend moment: met zware pompen het water uit de bouwput zuigen. Dit duurt enkele dagen waarin de bouwers met spanning kijken of er lekken zijn in de damwanden of in de bodem. Opluchting volgt, gelukkig is alles mooi dicht en stabiel.

Terugplaatsen Begijnenmolen

Nu gaat het snel. Op het hobbelige onderwaterbeton wordt een vlakke werkvloer gestort. Daarna wapening en de ondervloer. Dan wanden zetten en tenslotte het betonnen dak. Eén schuin lopende zijmuur krijgt een groot raam. In het plan van de architect is een driehoekige snede in het landschap getekend waarlangs daglicht in de ondergrondse museumzaal kan komen. Nu is het tijd om de in rekken geplaatste wanddelen van de Begijnenmolen terug te zetten. Deze gebouwen worden voorzien van nieuwe daken-in-oude-stijl en al snel lijkt het alsof ze niet weg geweest zijn. 

Anekdote:

Een hele grote olifant 
In het achterste en hoogste deel van de zaal is een “te-weinig-water” experience gepland met een grote olifant in een verdroogde savanne. De afmetingen van deze olifant blijken te groot voor deuren en trapgat. De enige mogelijkheid om hem daar te krijgen is via het dak. Dus wordt er op de juiste plek een groot gat uitgespaard in het betonnen dak. Op de levering dag staat een hijskraan klaar, de pers en TV zijn aanwezig. Na een uur vertraging door files komt de olifant aangereden, fier rechtop vastgesjord op een grote aanhanger. Met de hijskraan daalt hij statig af tot in de tentoonstellingszaal. Diezelfde dag nog beginnen de bouwers met het dichten van het gat. 

In de week erna zijn twee medewerkers van het Belgische bedrijf dat de olifant heeft gemaakt, minutieus bezig haartje voor haartje in de huid te implanteren. Dat kon niet vóór het transport, ze zouden er allemaal uitwaaien. 

Anekdote Grote Olifant

Bouw gereed

Intussen wordt ook het interieur van de Begijnemolen weer opgebouwd. Er komt een nieuw waterrad, het oude was vergaan. Daarna volgt het afwerken van de driehoekige licht-opening van de grote zaal en de nooduitgang, beide heel subtiel vormgegeven met corten-staalplaten vlak boven het maaiveld. Tenslotte nog het terrein herstellen en bestrating aanbrengen en de bouw is gereed. Het is intussen eind zomer 2003. 

Museumteam

In het najaar van 2003 worden sollicitanten uitgenodigd voor de verschillende functies. Er zijn gedetailleerde functieomschrijvingen gemaakt en de inmiddels aangestelde directeur voert samen met een bestuurslid en een hr-functionaris van Waterschap Rijn en IJssel de gesprekken. Het medewerkersteam is snel gevormd en er worden marketing-, educatie- en beheers-draaiboeken gemaakt. 

Inrichting

In dezelfde periode begint de inrichting van het museum. De plaatsing van alle door Bruns vervaardigde elementen in de grote zaal gaat eigenlijk heel snel. De technische installaties zoals licht, geluid en fine-tuning van de interactieve waterspelen kost meer tijd. Ook aan de afwerking en inrichting van Begijnenmolen en Aquarium wordt nog hard gewerkt. Overal in de gebouwen zijn timmerlieden, schilders, verwarmingstechnici, elektriciens en loodgieters bezig en de ene na de andere vrachtauto wordt gelost. Het lijkt wel een bijenkorf, men loopt in en uit met armen vol diverse materialen.  

Toezicht houden

Er is iemand nodig die aangeeft welke spullen waar naartoe moeten maar er ontstaat ook behoefte aan bewaking van uitgaande spullen. We waren bang dat er kostbare apparatuur ongezien zou verdwijnen in de chaos. Er is toezicht nodig, maar het kersverse medewerkersteam is heel druk met de ontwikkeling van hun draaiboeken en programma’s. Eén van onze dochters, Britt zit in een periode tussen twee opleidingen duimen te draaien. We hebben haar achter een bureautje bij de ingang gezet met lijsten waarop staat waar aankomende spullen naar toe moeten. Maar bovenal met de opdracht de uitgaande spullen te controleren. Toezicht werkt, het zijn lange dagen en gelukkig kon Els van tijd tot tijd inspringen. 

Vernieuwing Rentmeesterswoning

In 2003 wordt ook de Rentmeesterswoning onder handen genomen. Het zinken dak wordt vernieuwd, het balkonnetje gerestaureerd, nieuwe isolerende ramen aangebracht, de installatie van de grondwater warmtepompen gebouwd. Kamer voor kamer wordt gestript en van nieuwe leidingen voor elektriciteit, telefoon en data voorzien. Spaanplaat op de plankenvloeren geschroefd en alles geverfd. Tenslotte vloerbedekking, lampen en tweedehands kantoormeubilair.

Anekdote:

Een hele solide kluis
Onder de trap wordt een kluis met chemische ankers aan de vloer bevestigd. Na enkele testen gaat de deur niet meer open. Met het echte inbrekersmateriaal kon de leverancier na 2 dagen zwoegen eindelijk de deur openen. Een nieuwe deur met beter werkend slot wordt aangebracht. In elk geval is duidelijk geworden dat het een solide brandkast is. 

Natte kelder 

Vlak voordat de data-servers in de kelder worden geïnstalleerd breekt er een geweldige onweersbui los. Het water gutst van de Zijpendaalseweg langs de gevel van de Rentmeesterswoning omlaag. Halverwege zit het kelderraam op maaiveldhoogte in de muur. Er is geen houden aan, de kelder loopt helemaal vol. Gelukkig stond de kostbare apparatuur nog boven. Om herhaling te voorkomen is er een betonnen waterkering voor het raam gemaakt. 

Inbraken

Ons kleiner wordende gezin (studerende kinderen) woont nog steeds in de Rentmeesterswoning. We schuiven telkens een stukje op naarmate de werkzaamheden vorderden. Tenslotte verhuizen we naar de zolder en daar kunnen we voorlopig blijven. Het is maar goed dat het gebouw bewoond wordt want het alarmsysteem is nog niet voltooid. Desondanks maken we 2 inbraken mee. De eerste is een ingeslagen ruit in één van de benedenkamers. Het was een donkere avond en op een bureau vlak bij het raam stonden dozen met computers. Die waren natuurlijk verdwenen. Bij de 2e inbraak wordt ’s nachts een klein raampje in de keukendeur geforceerd waarop de dief naar binnen is gekropen om een sleutelbos uit mijn jas te stelen. Aan die bos zit de moedersleutel die op alle museumdeuren past. Een regelrechte ramp, het slotensysteem was heel kostbaar en voor de veiligheid moeten alle cilinders worden vervangen; Ten overmaat van ramp zat ook de sleutel van onze nieuwe VW-bus aan de sleutelbos. En ja hoor, de auto is verdwenen. 

De opening

De werkzaamheden lopen in het late najaar van 2003 ten einde. Het laboratorium is ingericht, de waterspeelplaats aangelegd, de ‘experience’ met de olifant werkt, alle interactieve waterobjecten draaien, het laboratorium is klaar, er functioneert een prima medewerkers-team, de prachtige in opdracht gemaakte waterfilm draait in het auditorium, het restaurant kan klanten ontvangen, aan alle kanten zoemt het van de activiteiten.

Mijn taak zit er bijna op. Bijna, want het bestuur had bedongen dat ik tot en met de opening op mijn post zou blijven. Die opening is nog een verhaal op zich.

Opening door de kroonprins?

Kroonprins Willem Alexander was gevraagd de opening te verrichten. Er komt een positieve reactie die later wordt ingetrokken. Het gerucht ging dat koningin Beatrix er geen toestemming voor gaf omdat de kroonprins te veel met waterkwesties bezig was en hij in de pers al eens de prins met het waterhoofd was genoemd.

Andere opties onderzoeken kost veel tijd. Het is al half november, het museum is nagenoeg klaar, Arnhemmers zijn nieuwsgierig, de medewerkers popelen om de deuren te openen en Ineke en ik hebben niet zo’n zin in het opnieuw uitstellen van onze emigratie naar ons Franse huisje.

Toen is besloten tot een feestelijke publieksopening en de officiële opening te verschuiven naar 2004. Ik stel als datum 13 december voor, mijn verjaardag, een mooi cadeau.

Anekdote:

Reddingsactie Zwaan
Een dag of twee voor de publieksopening. De schoonmakers hebben alle vloeren blinkend schoon gedweild. De volgende ochtend lopen we het museum in, dalen af naar de grote zaal en ineens zien we een jonge zwaan dobberen in de ondiepe driehoekige vijver achter het grote raam. Hè hoe kan dat nou? Parkwachter Jeroen Glissenaar gebeld. Zijn verklaring was dat de jonge onervaren zwaan water zag glinsteren en in de ijver is neergestreken. Maar om weer op te vliegen heeft een zwaan een lange aanloop nodig en dat lukt natuurlijk niet in deze diepliggende kleine vijver. Reddingsactie Zwaan wordt gestart. Jeroen gaat een opblaasbootje en een vangnet halen. De boot wordt opgeblazen, de toegangsdeur tot de vijver zwaait open en Jeroen peddelt richting zwaan. Die raakt in paniek, fladdert alle kanten op, de boot slaat om, natte Jeroen weet met het net de zwaan te vangen, komt lopend over de bodem naar de deur en wandelt, een groenig nat spoor achterlatend, het museum uit. Missie geslaagd, maar alles moest opnieuw worden gedweild.

Open voor het publiek

De feestelijke opening was een groot succes. Volle zaal, lovende reacties, gezellig tot in de late uurtjes, een voldaan en opgelucht team. Vanaf de volgende dag voorlopig alle dagen open. Over belangstelling niet te klagen.

Laatste test: het geluid

Op de avond van 18 december wordt een muzikale test georganiseerd. In het auditorium treedt het cabareteske ensemble “Soevt” op voor een zaal vol genodigden. Hoe is de akoestiek? Werkt alle geluidsapparatuur ook voor muzikale optredens? Wat zijn de ervaringen met een besloten avond met na-borrel?

Alles verloopt perfect. De zaal is prima geschikt voor kleine muzikale evenementen, de techniek doet het goed en het team is enthousiast.

KLAAR. Mijn werk zit erop, nu is het verder aan het museumteam. SUCCES!

Vertrek

Op 30 december staat de verhuiswagen op de stoep. De laatste nacht slapen we op luchtbedden. Op 31 december lunchen we met vrienden en familie in het Aquarium. Na de lunch nog even de honden laten plassen en dan starten we de vol geladen Berlingo-met-aanhanger (de VW-bus wordt node gemist), op naar La France.